VOEUX - GREETINGS - WENSEN

 

BLACKWORK : Turkish Tiles - Carreaux Turcs - Turkse Tegeltjes

 

Le site Peppermint Purple propose un large choix de superbes modèles en blackwork contemporain.

En plus des deux Sals que j'ai brodés et publiés plus tôt déjà sur mon blog, ce site m'a également charmée par le modèle des Carreaux Turcs.

The website Peppermint Purple offers a wide choice of beautiful contemporary blackwork patterns.

Besides the two Sals I embroidered earlier and published on my blog, this website also charmed me with the model of the Turkish Tiles.

De website Peppermint Purple biedt een ruime keus aan prachtige eigentijdse blackworkpatronen.

Benevens de twee Sals die ik eerder al borduurde en op mijn blog publiceerde, liet ik me op deze website ook bekoren door het model van de Turkse Tegeltjes.

Les couleurs que proposait le modèle ne me plaisaient pas tout à fait.  J'ai jugé que ce modèle particulier méritait un fil extraordinaire.  En plus, la broderie devait s'intégrer dans mon intérieur.

Le choix de la qualité du fil et des couleurs n'était pas facile.  Finalement, j'ai plongé dans mon stock de soie.  La brillance irrésistible et la profondeur des couleurs ont fait de cet ouvrage un blackwork remarquable.

I didn't really like the suggested colours of the model because I thought this particular pattern deserved an extraordinary thread.  Moreover, the embroidery had to fit into my interior. 

The choice of the quality of the thread and the colours turned out to be a tough job.  Finally, I dove into my stock of silk.  The irresistible brilliance and the depth of the colours resulted in a striking blackwork embroidery.

De voorgestelde kleuren in het model bevielen me niet echt, omdat ik vond dat dit bijzonder patroon toch enigszins speciaal garen verdiende.  Bovendien moest het borduurwerk passen in mijn interieur.

De keuze van de kwaliteit van het garen en de kleuren werd een hele klus.  Uiteindelijk dook ik in mijn voorraad zijde.  De onweerstaanbare glans en de diepte van de kleuren leidden tot een markant blackwork-borduurwerk.

Le diagramme comporte 16 carrés séparés et offre ainsi de nombreuses possibilités.  Suivant le modèle, j'ai rassemblé les Carreaux Turcs en forme de carré, mais un chemin de table pourrait plaire aussi bien, et chaque carreau peut également être transformé séparément en petit coussin ou en biscornu.  D'ailleurs, les carreaux sont tellement différents les uns des autres, que chaque composition représente une broderie intéressante et fascinante à regarder.  Je souligne également que les motifs des Carreaux Turcs contiennent, en plus du blackwork, de nombreux points de croix.

The pattern consists of 16 separate squares and thus offers many possibilities.  Following the model I put the Turkish Tiles together in the shape of a square, but a runner may of course please just as well, and each tile could also be worked out separately as a little cushion or biscornu.  After all, the tiles are so different from each other that each composition represents interesting embroidery and remains fascinating to look at.  I would also like to point out that the Turkish Tiles pattern, in addition to the blackwork embroidery, contains numerous cross stitches.

Het patroon bestaat uit 16 afzonderlijke vierkantjes en biedt dus tal van mogelijkheden.  Zoals het model voorstelde heb ik de Turkse Tegeltjes in de vorm van een vierkant samengebracht, maar een loper kan natuurlijk evengoed, en elk tegeltje kan ook afzonderlijk als kussentje of biscornu worden verwerkt.  De tegeltjes zijn trouwens zo verschillend van elkaar dat elke uitwerking interessant borduurwerk vertegenwoordigt en boeiend blijft om naar te kijken.  Ik wens er ook nog op te wijzen dat het Turkse Tegeltjes-patroon, benevens het blackwork-borduurwerk, tal van kruissteken bevat.

Si la broderie elle-même peut sembler assez simple, dans l'ensemble cet ouvrage représente un travail considérable.  Le lin très fin (15 fils/cm) que j'avais choisi n'a d'ailleurs pas facilité la broderie.  Cependant, personnellement je suis complètement satisfaite de mes propres choix et du résultat obtenu.

Pour ceux qui aiment ce type de broderie, je signale qu'un 'Turkish Tiles 2' est aussi disponible.

The embroidery itself may seem simple, but in all it took a considerable amount of work.  Moreover, the very fine linen (15 threads/cm) I had chosen did not make the stitching any easier.  Finally, I am very happy with the choices I made and the obtained result.

For those who love this type of embroidery, I would like to mention that a 'Turkish Tiles 2' is also available.

Het borduurwerk zelf mag dan wel eenvoudig lijken, het blijft al bij al een aanzienlijk werk.  Het erg fijne linnen (15 draden/cm) waarop ik mijn keuze had laten vallen, maakte er het borduren trouwens niet makkelijker op.  Maar persoonlijk ben ik helemaal gelukkig met de gemaakte keuzes en het verkregen resultaat.

Voor de liefhebbers van dit soort borduurwerk vermeld ik dat ook een 'Turkish Tiles 2' beschikbaar is.

Informations techniques

-  toile : morceau de 60 x 60 cm de Sotema 15 fils L20 ivoire

-  fil : Au Ver à Soie, soie 1003 couleur 210

          Au Ver à Soie, Soie d'Alger couleur 2544

          Gutermann, Soie Pero 70/3 brun

          Caron Collection Waterlilies 12 ply silk, couleur 243 Pesto

-  ourlet, large de 3 cm, cousu avec Grigoletto n° 30 off white

Technical information

-  fabric : piece (60 x 60 cm) of 38 count Sotema linen L20 ivory

-  thread : Au Ver à Soie, soie 1003 colour 210

                Au Ver à Soie, Soie d'Alger colour 2544

                Gutermann, Soie Pero 70/3 brown

                Caron Collection Waterlilies 12 ply silk, colour 243 Pesto

-  hem, 3 cm wide, sewn with Grigoletto No 30 off white

-  gebruikt linnen : stuk van 60 x 60 cm 15 draads Sotema L20 ivoor

-  gebruikt garen : Au Ver à Soie, soie 1003 kleur 210

                              Au Ver à Soie, Soie d'Alger kleur 2544

                              Gutermann, Soie Pero 70/3 bruin

                              Caron Collection Waterlilies 12 ply silk, kleur Pesto

-  zoom, 3 cm breed, genaaid met Grigoletto nr. 30 off white

HARDANGER - RETICELLO mix

 

 J'ai toujours adoré la combinaison de plusieurs techniques de broderie dans un seul ouvrage.  Ce napperon par excellence réunit mes deux techniques préférées de broderie blanche : le hardanger et le reticello.

I have always loved the mixture of several embroidery techniques in a single work.  This outstanding doily combines my two favourite whitework techniques : hardanger and reticello.

Ik heb altijd gehouden van de combinatie van verschillende technieken in eenzelfde borduurwerk.  Dit kleedje bij uitstek verenigt mijn twee favoriete witwerktechnieken : hardanger en reticello.

Pour la partie en hardanger je me suis inspirée des modèles de Mamen Arias (Carpacar), où j'ai trouvé le bord parfait.  Des recherches dans les livres de Giuliana Buonpadre et de Giovanni Ostaus m'ont permis de composer les remplissages en reticello.

Ainsi, le large cadre double de l'ouvrage est typiquement hardanger, alors que les parties ajourées du milieu sont en reticello, et à mon avis ces deux techniques se marient parfaitement ensemble.

 

For the hardanger part I was inspired by the models of Mamen Arias (Carpacar), where I found the perfect border.  Research in the books of Giuliana Buonpadre and Giovanni Ostaus allowed me to compose the reticello fillings.

So, the large double border of the work is typically hardanger, while the openwork areas in the middle are reticello embroidery, and in my opinion the two techniques make a perfect marriage.

Voor het gedeelte in hardanger heb ik me laten inspireren door de modellen van Mamen Arias (Carpacar), waar ik de perfecte boord heb aangetroffen.  Opzoekingen in de boeken van Giuliana Buonpadre en Giovanni Ostaus hebben me in staat gesteld de vullingen in reticello samen te stellen.

Het brede dubbele kader is dus typisch hardanger, terwijl het opengewerkt gedeelte in het midden reticello-borduurwerk is, en naar mijn idee doen beide het prima samen.

Informations techniques

-  toile : lin de Permin of Copenhagen blanc 12 fils

-  fil : Ricamo Giza 25, couleur 500

         Venne 34/2, couleur 7-7001

-  aiguilles : aiguille à bout rond n° 26

                    aiguille pointue n° 9

-  dimensions de l'ouvrage terminé : 24 x 24 cm

-  livres consultés : Il Reticello, de Giuliana Buonpadre, acheté chez Filofilò

                               La Vera Perfezione del Disegno, de Giovanni Ostaus (1554-1591), à télécharger gratuitement sur Smithsonian Libraries

Technical information

-  fabric : 30 count linen of Permin of Copenhagen, white

-  thread : Ricamo Giza 25, colour 500

                Venne 34/2, colour 7-7001

-  needles : tapestry needle No 26

                  sharp needle No 9

-  dimensions of the finished work : 24 x 24 cm

-  consulted books : Il Reticello, by Giuliana Buonpadre, bought at Filofilò

                                La Vera Perfezione del Disegno, by Giovanni Ostaus (1554-1591), free download on Smithsonian Libraries

 

 

 

Technische gegevens

-  borduurstof : 12 draads linnen van Permin of Copenhagen, wit

-  garen : Ricamo Giza 25, kleur 500

               Venne 34/2, kleur 7-7001

-  naalden : naald zonder punt nr. 26

                   naald met punt nr. 9

-  afmetingen van het afgewerkt borduurwerk : 24 x 24 cm

-  geraadpleegde boeken : Il Reticello, van Giuliana Buonpadre, gekocht bij Filofilò

                                           La Vera Perfezione del Disegno, van Giovanni Ostaus (1554-1591), gratis download op Smithsonian Libraries

HEDEBO : Sampler - Marquoir - Merklap

 

La broderie Hedebo doit sa renommée actuelle principalement à la technique Udklips.  Cependant, cette superbe dentelle à l'aiguille, appliquée sur les vêtements et le linge de maison au Danemark dans la seconde moitié du XIXe siècle, ne représente que la dernière phase dans l'évolution de la broderie Hedebo, ombrageant entièrement le développement antérieur de cette technique.

Or, avec ce marquoir j'ai eu l'intention d'illustrer toutes les étapes que la technique de la broderie Hedebo a parcourues.  Toutefois, la dernière phase, la Udklips, fera l'objet d'un article individuel, que je publierai plus tard, car cette dentelle à l'aiguille se brode sur du lin beaucoup plus fin que celui de mon marquoir actuel.

 

Hedebo embroidery owes its current fame mainly to the Udklips technique.  However, this beautiful needle lace, applied to clothing and household linen in Denmark during the second half of the 19th century, represents only the last stage in the evolution of Hedebo embroidery, entirely overshadowing the earlier development of this technique.

So, with this sampler I intended to illustrate all the phases Hedebo embroidery technique has gone through.  However, the final stage, the Udklips, will be the subject of a separate article, which I shall post later, since this needlepoint lace is embroidered on much finer linen than that of my current sampler.

 

Hedebo-borduurwerk heeft zijn huidige bekendheid vooral te danken aan de Udklips-techniek.  Deze prachtige naaldkant, die in de tweede helft van de 19de eeuw werd toegepast op kleding en huishoudlinnen in Denemarken, vertegenwoordigt echter enkel de laatste evolutiefase van het Hedebo-borduurwerk en plaatst de hele voorafgaande ontwikkeling van deze techniek in de schaduw.

Het was dan ook mijn bedoeling om in een merklap alle stadia weer te geven die de Hedebo-borduurtechniek heeft doorgemaakt.  Het laatste stadium, de Udklips, wordt echter het thema van een afzonderlijk artikel, dat ik later zal publiceren, omdat deze naaldkant op veel fijner linnen wordt uitgevoerd dan het weefsel van mijn huidige sampler.

 

Bande/Band 1 : Taellesyning

 

La première bande de mon marquoir représente la plus ancienne technique de broderie connue de la région Hedebo : la Taellesyning, qui se pratiquait depuis 1700 sur l'île danoise de Sjaelland. 

Cette technique s'appliquait principalement sous forme de bordures, étroites ou larges, sur des vêtements en lin.  Celles-ci sont constituées de figures géométriques, séparées les unes des autres par des bandes obliques ou croisées.  Le passé plat, le point de feston et le point carré sont les plus courants, et parfois le point de croix.

Pour des informations plus détaillées sur cette technique, je me réfère à un de mes articles précédents : Hedebo - Taellesyning.

The first band of my sampler illustrates the oldest known embroidery technique from the Hedebo region : Taellesyning, practised since 1700 on the Danish island of Sjaelland.

This technique was mainly applied to linen clothing in narrow or wider borders consisting of geometric figures, separated from each other by oblique or crossed bands.  Satin stitch, buttonhole and square stitch are the most common, and sometimes cross stitch as well.

For more detailed information about this technique, I refer to one of my previous blog articles : Hedebo - Taellesyning.

De eerste band van mijn merklap illustreert de oudst bekende borduurtechniek uit de Hedebostreek, namelijk het Taellesyning, dat al vanaf 1700 werd beoefend op het Deense eiland Sjaelland.

Deze techniek werd  vooral op linnen kleding toegepast in smalle en brede randen, die bestaan uit geometrische figuren, van elkaar gescheiden door schuine of gekruiste banden.  Platsteek, festonsteek en hokjessteek komen het meeste voor, en soms ook kruissteek.

Voor wat uitgebreider informatie over deze techniek verwijs ik naar een van mijn vorige blogartikels : Hedebo - Taellesyning.

Bande/Band 2 : Dragverk

Cette méthode de broderie était principalement utilisée sur le linge de maison entre 1750 et 1840.  Le mot danois 'drage' signifie '(re)tirer', et cette technique se caractérise donc par un tirage horizontal et vertical de fils.  Ensuite, on brodait une grille sur les fils restants, pour le renfort.  Finalement, la grille était remplie de motifs géométriques ou de motifs de fleurs et d'animaux, au point d'esprit ou au point de reprise.

La technique Dragverk était le plus souvent utilisée pour décorer les 'serviettes d'apparat' d'une bordure large, flanquée de bordures étroites en Taellesyning.

This embroidery method was mainly used on household linen between 1750 and 1840.  The Danish word 'drage' means 'to pull out'.  So, this technique is characterized by pulling threads from the fabric, both horizontally and vertically.  A grid is then embroidered on the remaining threads for reinforcement, in which geometric motifs or floral and animal patterns are finally applied in dove's eye or darning stitch.

The Dragverk technique was most often used to decorate 'show towels' with a wide border, flanked by narrow borders in Taellesyning.

Deze manier van borduren werd vooral op huishoudlinnen toegepast tussen 1750 en 1840.  Het Deense woord 'drage' betekent '(uit)trekken', en deze techniek kenmerkt zich dan ook door zowel horizontaal als verticaal draden uit het weefsel te trekken.  Op de overgebleven draden wordt dan ter versteviging een raster geborduurd, waarin ten slotte geometrische motieven of bloemen- en dierenpatronen worden aangebracht in point d'esprit of stopsteek.

De Dragverk-techniek werd meestal gebruikt om 'pronkhanddoeken' te versieren met een brede rand, geflankeerd door smalle randen in Taellesyning.

Bande/Band 3 : Bordure étroite - Narrow border - Smalle rand

Ceci est un exemple d'une bordure étroite en Taellesyning, habituellement brodée au-dessus et en-dessous d'une large bordure en Dragverk.  Dans cette bordure étroite, j'ai incorporé des noeuds Taellesyning.

This is an example of a narrow border in Taellesyning that was usually embroidered above and below a wide Dragverk border.  In this one I have incorporated Taellesyning knots.

Dit is een voorbeeld van een smalle rand in Taellesyning die doorgaans boven en onder een brede Dragverk-rand werd geborduurd.  In deze rand heb ik Taellesyning-knoopjes verwerkt.

Bande/Band 4 : Rudesyning

De la Taellesyning et de la Dragverk naquit la technique Rudesyning, connaissant un énorme succès au Danemark entre 1805 et 1840. 

En Rudesyning, il n'y a plus question de grille.  En revanche, on brode d'abord le contour du motif au passé plat, après quoi les fils sont coupés.  Puis, on remplit le motif au point de reprise.  Parmi les motifs, on retrouve des fleurs, des animaux, des cavaliers, ainsi que des figures géométriques.  Plus tard, la Rudesyning s'appliqua également aux chiffres et aux lettres.

Tout comme la Dragverk, la Rudesyning fut brodée en combinaison avec la Taellesyning.

Taellesyning and Dragverk gave rise to the Rudesyning technique, whick was widely supported in Denmark between 1805 and 1840.  In this technique there is no more grid at all.  The outline of the motif is first embroidered in satin stitch.  Only then threads are cut.  Finally, the motif is filled with darning stitches.  Among the applied motifs we find flowers, animals, horsemen, as well as geometric figures.  Only later will Rudesyning be applied to numbers and letters.

Like Dragverk, Rudesyning was executed in combination with Taellesyning.

Uit het Taellesyning en het Dragverk volgde de Rudesyning-techniek, die in Denemarken tussen 1805 en 1840 veel bijval kende.  In deze techniek is geen sprake meer van een raster, maar wordt eerst de omtrek van het motief in platsteek geborduurd.  Pas daarna worden draden geknipt.  Vervolgens wordt het motief opgevuld met stopsteek.  Onder de toegepaste motieven treffen we zowel bloemen, beestjes, ruiters, als geometrische figuren aan.  Pas later wordt Rudesyning ook toegepast op cijfers en letters.

Net zoals Dragverk werd Rudesyning ook met Taellesyning gecombineerd.

Bande/Band 5 : Hvidsom

Cette technique de Hedebo, en vogue au Danemark entre 1820 et 1840, diffère en tous points des précédentes.  Les motifs sont dessinés directement sur le tissu, leur permettant des formes beaucoup plus libres.  Ils deviennent des vrilles sinueuses avec des feuilles et des fleurs, brodées ensuite au point de chaînette, au passé plat et au point de feston.  Les espaces coupés sont remplis au point de reprise, point ajouré ou au Rudesyning.  En Hvidsom, les lettres et les chiffres sont toujours brodés en Rudesyning.

De larges bords en Hvidsom s'appliquèrent le plus souvent sur le 'linge d'apparat' et les chemises des hommes et des femmes.

This Hedebo technique, in vogue in Denmark between 1820 and 1840, differs in every way from the previous ones.  The patterns are drawn directly on the fabric, allowing them a much freer shape.  They become meandering tendrils with leaves and flowers, which are then embroidered in chain stitch, satin stitch and buttonhole stitch.  The cutwork areas are filled with openwork and darning stitches, sometimes with Rudesyning.  Letters and numbers in Hvidsom are always embroidered in Rudesyning.

Large and wide borders in Hvidsom were mainly found on 'show linen' and shirts of both men and women.

Deze Hedebo-techniek, tussen 1820 en 1840 in de mode in Denemarken, verschilt in alle opzichten van de vorige.  De motieven worden namelijk rechtstreeks op de stof getekend, waardoor ze een veel vrijere vorm krijgen.  Het worden slingerende ranken met blaadjes en bloemen, die vervolgens in kettingsteek, platsteek en festonsteek worden geborduurd.  De opengewerkte ruimtes krijgen een opvulling met ajourwerk en stopsteek, soms met Rudesyning.  Letters en cijfers in Hvisom worden altijd in Rudesyning geborduurd.

Grote, brede randen in Hvidsom trof men vooral aan op 'pronklinnen' en op de overhemden van zowel mannen als vrouwen.

Bande/Band 6 : Baldyring

La technique Baldyring, pratiquée au Danemark entre 1830 et 1855 surtout, est aussi une forme de broderie libre, mais plus fine et plus riche que la Hvidsom, car la dentelle à l'aiguille prenait de plus en plus d'importance.  En Baldyring, outre des bordures en dentelle à l'aiguille sur les poignets et les cols (Blonde), de petits motifs en dentelle à l'aiguille sont effectués en broderie à fil coupé dans les jours (Knipling).

Ainsi, la Kniplingsyning contient deux techniques distinguées : la Knipling et la Blonde.  Knipling est le nom de la dentelle à l'aiguille que nous retrouvons dans la Baldyring et plus tard dans la Udklips.  La Blonde, quant à elle, représente la dentelle à l'aiguille qui orne le bord des cols, des poignets, des serviettes ou des chemisiers.  La technique Blonde n'est pas representée dans mon marquoir.

Baldyring, practised in Denmark mainly between 1830 and 1855, is also a free embroidery form, but finer and richer than Hvidsom, as the needle lace became more and more important.  In Baldyring, not only lace borders are set along cuffs and collars (Blonde), but also small needle lace motifs are embroidered in cutwork in the open spaces (Knipling).

So, in Kniplingsyning two techniques are distinguished : Knipling and Blonde.  Knipling is the name of the needle lace that occurs in Baldyring and the later Udklips.  Blonde, on the other hand, stands for the needlepoint lace that decorates the edge of collars, cuffs, towels or blouses.  This Blonde technique, however, does not appear in my sampler.

Baldyring, dat vooral tussen 1830 en 1855 in Denemarken werd beoefend, is ook een vrije vorm van borduren, maar dan wel fijner en rijker dan Hvidsom, vermits de naaldkant daarin steeds belangrijker werd.  In Baldyring worden niet alleen randen in kant langs de manchetten en kragen (Blonde) geborduurd, maar worden ook kleine naaldkantmotiefjes in uitgeknipte openingen in sneewerk (Knipling) geborduurd.

In Kniplingsyning onderscheidt men dus twee technieken : Knipling en Blonde.  Knipling is de naam van de naaldkant die voorkomt in Baldyring en het latere Udklips.  Blonde daarentegen staat voor de naaldkant die de rand van kragen, manchetten, handdoeken of bloezen versiert.  De Blonde-techniek komt echter niet voor in mijn merklap.

Mon marquoir Hedebo se termine ici.

Comme mentionné dans l'introduction, la dernière phase dans l'évolution de la technique Hedebo, la Udklips, nécessite une toile beaucoup plus fine : raison pour laquelle la technique Udklips fera l'objet d'un article ultérieur.

My Hedebo sampler ends here.

As mentioned in the introduction, the last stage in Hedebo technique evolution, Udklips, requires a much finer linen : which is why the Udklips technique will be dealt with later in a separate article.

Mijn Hedebo merklap laat ik hier ophouden.

Zoals vermeld in de inleiding vereist de laatste evolutiefase van de Hedebo-techniek, de Udklips, veel fijner linnen.  Dit onderdeel wordt later in een afzonderlijk artikel behandeld.

La Hedebo est une forme magnifique et riche de broderie blanche.  De tous les bandes du marquoir j'ai trouvé le plus grand plaisir en brodant la Taellesyning.  Les motifs au passé plat sont très liés aux techniques d'autres pays, comme le hardanger, le punto antico, la broderie blanche de Marken, la broderie blanche de Frise, la broderie ukrainienne, etc.  Toutes ces techniques se ressemblent, mais pas comme deux gouttes d'eau, car les motifs sont brodés légèrement différemment ou en utilisant des combinaisons différentes.

Hedebo is a rich and beautiful form of whitework embroidery.  Of all bands in the sampler I found the greatest pleasure in embroidering Taellesyning.  The satin stitch motifs are very related to techniques from other countries : hardanger, punto antico, Marken whitework, Frisian whitework, Ukrainian embroidery, etc.  They all look very similar, but not completely, because patterns are embroidered slightly differently, or by using other combinations.

Hedebo-borduurwerk is een rijke en fraaie vorm van witwerk.  Van alle banden heb ik het meeste genoegen beleefd aan het Taellesyning.  De platsteekmotieven zijn erg verwant aan technieken uit andere landen : hardanger, punto antico, Marken witwerk, Fries witwerk, Oekraïens borduurwerk, enz.  Ze lijken allemaal goed op elkaar, maar dan toch weer niet helemaal, want net iets anders geborduurd of andere combinaties toegepast.

Informations techniques

-  J'ai brodé mon marquoir Hedebo sur du lin Zweigart Edinburgh antique white 14 fils

-  fil : DMC Coton à broder Nos. 25 et 30

-  aiguilles à bout rond Nos. 26 et 28

-  dimensions de l'ouvrage terminé : 63 x 43 cm

-  source des patrons : 'Cursus Hedebo' de Tineke Tinbergen

Technical information

-  I embroidered my Hedebo sampler on 36 count Zweigart Edinburgh linen antique white

-  thread : DMC Coton à broder Nos 25 and 30

-  tapestry needles Nos 26 and 28

-  dimensions of the finished work : 63 x 43 cm

-  patterns from : 'Cursus Hedebo' , by Tineke Tinbergen

Technische gegevens

-  Mijn Hedebo-merklap is geborduurd op 14 draads Zweigart Edinburgh linnen antique white

-  garen : DMC Coton à broder nrs. 25 en 30

-  gebruikte naalden : nrs. 26 en 28 zonder punt

-  afmetingen van de afgewerkte merklap : 63 x 43 cm

-  bron voor de patronen : 'Cursus Hedebo', door Tineke Tinbergen

Des ouvrages en Hedebo des XVIIIe et XIXe siècles ne sont à admirer que dans les musées.  Bien que l'évolution chronologique se reflète clairement dans les broderies exposées, il est frappant de constater que dans les ouvrages les plus récents, en plus de la dernière vogue, les techniques précédentes sont également incorporées.

En outre, la documentation et les informations sur les techniques Hedebo se font très rares et ne peuvent souvent être trouvées que dans de vieux livres d'occasion.

Toutefois, sur ce sujet, je vous recommande l'excellent article, richement illustré de photos, de Claire de Pourtalès sur le site Le Temps de Broder.

Eighteenth and nineteenth century Hedebo embroidery can only be seen in museums.

Although the chronological evolution is clearly reflected in the exhibited embroideries, it is striking that in the later works, in addition to the latest vogue, the previous techniques are always incorporated as well.

Moreover, documentation and information about the Hedebo techniques are very scarce and can often only be found in old, second-hand books.

Yet, in this context I can recommend the excellent article with photos by Claire de Pourtalès on the website Le Temps de Broder.

Achttiende en negentiende eeuws Hedebo-borduurwerk is alleen nog in musea te bezichtigen.

Hoewel de chronologische evolutie in de tentoongestelde werken duidelijk tot uiting komt, is het opvallend dat in de latere werken, benevens de nieuwste modetrend, telkens ook de vorige technieken zijn verwerkt.

Documentatie en informatie over de Hedebo-technieken zijn bovendien bijzonder schaars en vaak enkel in oude, tweedehanse boeken te vinden.

Toch kan ik in dit verband het uitstekend artikel met foto's aanbevelen van Claire de Pourtalès op de website Le Temps de Broder.